Belux

Equine Virale Arteritis

Het equine virale arteritisvirus (EVA) is een zeer besmettelijk virus, dat verspreid wordt via sperma van geïnfecteerde hengsten of door uitscheiding via de luchtwegen van een geïnfecteerd paard. Hoewel de infectie meestal subklinisch verloopt, kan het ook equine virale arteritis veroorzaken, waarbij de bloedvaten van het paard beschadigd worden. De besmetting kan resulteren in griepachtige verschijnselen, evenals abortus of de geboorte van zwakke veulens. Ten gevolge van het toegenomen internationale transport van sportpaarden is EVA een wereldwijd probleem geworden, dat in Europa wijdverbreid is. De wereldwijde verspreiding van de pathogeen is waarschijnlijk erger dan algemeen aangenomen omdat sommige paarden symptoomloze dragers zijn, zodat het mogelijk is dat abortussen of zwakke veulens, die het gevolg zijn van deze infectie, niet worden gediagnosticeerd als EVA.

In de perioden tussen uitbraken van de ziekten zijn hengsten de belangrijkste dragers van EVA. Ze kunnen een belangrijke bron zijn van virusoverdracht van de ene stoeterij naar de andere. Hoewel geïnfecteerde hengsten klinisch normaal kunnen lijken, scheiden ze voortdurend virus uit met hun sperma. Ze zijn levenslange dragers. Hengsten die serologisch positief zijn bevonden op EVA, mogen meestal niet internationaal worden getransporteerd en hun sperma mag niet worden geëxporteerd.

Als een merrie langs natuurlijke of kunstmatige weg wordt geïnsemineerd met sperma van een drager-hengst is de overdracht van EVA bijna 100%. Merries die hersteld zijn van de ziekte en ook ruinen en onvolwassen hengsten, kunnen een immuniteit tegen de aandoening ontwikkelen. Ze kunnen echter op elk moment geherinfecteerd worden, waarna ze het virus via hun luchtwegen uitscheiden. Ook kan directe overdracht plaatsvinden van merrie op ongeboren vrucht.

Het belangrijkste wapen tegen EVA is vaccinatie. Alle paarden op een stoeterij moeten worden getest op infectie met EVA. Niet-geïnfecteerde dieren moeten worden gevaccineerd, zowel om te voorkomen dat ze ziek worden als dat ze de ziekte verspreiden naar andere, gevoelige paarden.

Alles uitvouwen
    • Koorts.
    • Verlies van eetlust.
    • Depressie of lusteloosheid.
    • Conjunctivitis.
    • Zwelling van benen, scrotum en uier.
    • Huiduitslag.
    • Drachtige merries: abortus.
    • Veulens tot 3 maanden: problemen van de luchtwegen (pneumonie) en/of maag.
    • Hengsten: tijdelijk verminderde vruchtbaarheid.
  • Er moet aan infectie met EVA worden gedacht als zich een abortus voordoet in combinatie met respiratoire verschijnselen (dit in tegenstelling tot het equine herpesvirus, waarbij abortus spontaan kan optreden zonder bijkomende verschijnselen). De respiratoire en andere verschijnselen waarmee EVA gepaard gaat, kunnen zich ook bij andere ziekten voordoen. Daarom kan EVA alleen met zekerheid worden gediagnosticeerd door virologisch onderzoek. In de regel zullen bij bloedonderzoek de specifieke virale antistoffen worden aangetoond, maar het virus kan ook worden geïsoleerd door onderzoek van neusswabs, sperma of foetaal en/of placentair weefsel.

  • Er zijn geen antivirale middelen speciaal bestemd voor de bestrijding van equine virale arteritis. Paarden met deze aandoening worden daarom symptomatisch behandeld.

  • EVA kan goed voorkomen worden door een goed management en een geschikt vaccinatieprogramma. Het
    belangrijkste aspect bij de preventie van EVA is het tegengaan van de verspreiding binnen stoeterijen. In
    het bijzonder moet worden voorkomen dat de hengsten drager worden van het virus. Daarom is
    vaccinatie een uiterst belangrijke factor bij het tegengaan van de infectie door en overdracht van EVA.
    Merries, veulens ouder dan 9 maanden en de belangrijkste groep, hengsten, kunnen worden
    gevaccineerd om ze te beschermen tegen klinische verschijnselen. Bij hengsten voorkomt vaccinatie
    tevens dat ze drager van het virus worden.

    Een dergelijk vaccinatieprogramma moet echter wel zorgvuldig worden uitgevoerd, door te bepalen welke
    paarden geïnfecteerd zijn en welke hengsten geïnfecteerd sperma produceren. Van speciaal belang is
    het onderzoek van niet-gevaccineerde hengsten en merries 4 weken voor inseminatie. Als ze
    seronegatief blijken, kunnen ze worden toegelaten tot het fokprogramma. Alle seronegatieve hengsten
    (dat wil zeggen: hengsten die geen drager zijn) moeten in elk geval worden gevaccineerd, als onderdeel
    van een reguliere preventiestrategie tegen EVA. Vaccinatie van merries en hengsten moet minstens 3
    weken voor het fokken gebeuren.

    Hengsten die positief zijn getest op EVA-dragerschap, mogen alleen met eveneens EVA-seropositieve
    merries worden gekruist of met merries die gevaccineerd zijn tegen de ziekte. Hengstveulens mogen
    vanaf de leeftijd van 9 maanden deelnemen aan een EVA-vaccinatieprogramma, om te voorkomen dat ze
    bij het ouder worden drager worden. Zo wordt het natuurlijke reservoir van het virus binnen de
    paardenpopulatie verkleind. In situaties waarbij het infectierisico groot is, zoals op dichtbezette stoeterijen
    of als veel vervoer van paarden van en naar bedrijven plaatsvindt, is het aan te raden om alle paarden op
    het bedrijf te vaccineren.

  • Kan vaccinatie nuttig zijn voor een hengst die al drager is?

    Helaas niet. Als een hengst eenmaal geïnfecteerd is, is hij levenslang drager. Ook met vaccinatie is daar niets tegen te doen.

    Kan met een seropositieve merrie worden gefokt?

    Jazeker, zij kan worden gekruist met een seropositieve hengst. Ze kan ook worden gekruist met hengsten die vrij zijn van EVA-besmetting, maar dan moet ze wel een bloedonderzoek ondergaan met tussenperioden van twee weken, om te bepalen of de test al negatief is (negatief = paard is vrij van virus), dus of er nog gevaar is dat zij het virus overdraagt.

    Als een merrie geïnfecteerd raakt door kruising met een drager-hengst, wordt ze dan onvruchtbaar?

    Nee, infectie met EVA leidt niet tot vruchtbaarheidsproblemen, noch op korte, noch op lange termijn. Ook na een abortus ten gevolge van een EVA-besmetting zijn er geen blijvende problemen met de voortplanting.

    Mag een drachtige merrie gevaccineerd worden met een EVA-vaccin?

    Het vaccin dat in Europa geregistreerd is, is niet bedoeld om drachtige merries mee te vaccineren.