Hoe vaak moet een paard door een geïnfecteerde mug worden gebeten om zelf geïnfecteerd te raken?
Dat is niet precies bekend. Mogelijk hangt het af van de hoeveelheid virus die de geïnfecteerde muggen bij zich dragen.
Hoeveel tijd zit er tussen het moment dat een paard geïnfecteerd raakt en het moment dat het voor het eerst verschijnselen vertoont?
De eerste verschijnselen kunnen 3 tot 15 dagen na besmetting optreden. Niet alle besmette paarden zullen echter verschijnselen vertonen.
Kunnen paarden die geïnfecteerd zijn met West-Nijlvirus andere paarden besmetten?
Nee, het West-Nijlvirus wordt overgedragen door de beet van geïnfecteerde muggen. Steekmuggen kunnen alleen geïnfecteerd raken door een bloedmaal van besmette vogels te nemen. Het WNV dat op paarden wordt overgedragen door de beet van geïnfecteerde muggen vermenigvuldigt zich in de paarden niet genoeg om vervolgens andere muggen, die een bloedmaal van het geïnfecteerde paard nemen, te kunnen besmetten. Paarden (en ook mensen) worden daarom beschouwd als eindgastheren.
Moet een paard dat geïnfecteerd blijkt met West-Nijlvirus worden aangegeven bij de autoriteiten? Ja. West-Nijlziekte is een aangifteplichtige ziekte, dus elk paard dat geïnfecteerd blijkt te zijn met het West-Nijlvirus, moet bij de bevoegde autoriteiten worden aangegeven.
Kan een paard dat langs natuurlijke weg blootgesteld is geweest aan West-Nijlvirus nog worden gevaccineerd?
Het is belangrijk om een maximale bescherming tegen WNV te bieden door alle paarden te vaccineren, of ze nou wel of niet verdacht worden van eerdere natuurlijke contacten met het virus. Echter, paarden die ziekteverschijnselen vertonen, mogen niet worden gevaccineerd.
Zal een vaccinatieprogramma voor paarden niet interfereren met een epidemiologisch onderzoek naar WNV? (tests die binnen een bepaald gebied worden uitgevoerd om vast te stellen of het West-Nijlvirus in dat gebied aanwezig is in populaties steekmuggen, vogels en/of paarden.)
Vaccinatie tegen WNV zou geen significante invloed hebben op epidemiologisch onderzoek naar WNV. Paarden die op een natuurlijke manier geïnfecteerd zijn, hebben twee typen antistoffen in hun serum, namelijk IgG en IgM. Paarden die gevaccineerd zijn (in plaats van langs natuurlijke weg geïnfecteerd), hebben waarschijnlijk geen IgM-antistoffen in hun bloedserum. Om die reden kan door surveillance-onderzoek meestal onderscheid worden gemaakt tussen gevaccineerde en langs natuurlijke weg geïnfecteerde dieren.
Waarom moet een paard toch worden gevaccineerd tegen het West-Nijlvirus als de ziekte niet is vastgesteld in het Europese land of de Europese regio waar het paard verblijft of naartoe gaat?
Het West-Nijlvirus circuleert al onder vogels in Europa en de Culex-muggen die de ziekte op paarden overbrengen komen wijdverspreid over heel Europa voor. Omdat een dergelijke uitbraak zich op elk moment kan voordoen, is vaccinatie de enige manier om de kans dat een paard aan de aandoening bezwijkt te verkleinen. Bovendien is vaccineren in geval van een uitbraak waarschijnlijk al te laat om paarden te beschermen, omdat een vaccin pas 3 weken na de primaire vaccinatie volledige bescherming biedt. Ook zouden paarden die naar gebieden reizen waar het West-Nijlvirus endemisch is (bijvoorbeeld Amerika of Italië) minimaal 6 weken voordat deze reis plaatsvindt, gevaccineerd moeten worden om er zeker van te zijn dat de dieren beschermd zijn op het moment dat ze het betreffende gebied binnengaan.
Vanaf welke leeftijd mogen veulens worden gevaccineerd?
Veulens mogen vanaf een leeftijd van 6 maanden worden gevaccineerd.
Kunnen maternale antistoffen tegen WNV worden overgedragen op het veulen?
Ja. Als een drachtige merrie 5 à 6 weken voor het eind van de dracht wordt gevaccineerd, kan dat voor het veulen passieve immuniteit gedurende maximaal 4 maanden betekenen.